• Homepage
• Gemeenten
  • Affligem
  • Asse
  • Beersel
  • Bever
  • Dilbeek
  • Drogenbos
  • Edingen
  • Galmaarden
  • Geraardsbergen
  • Gooik
  • Halle
  • Halle Carnaval
  • Herne
  • Lennik
  • Liedekerke
  • Linkebeek
  • Merchtem
  • Ninove
  • Ondernemen
  • Opwijk
  • Pepingen
  • Regio
  • Roosdaal
  • Sint-Genesius-Rode
  • Sint-Pieters-Leeuw
  • Ternat
• Agenda
   
• Redactie
   
• Adverteren ?
   
• RSS Feeds
• Nieuwsbrief
   

Vanaf de eerste dagen deed hij alles om moed in te spreken in het hart van de mensen. Wanneer de vijand hier aankwam was hij gereed om hem te ontvangen. Door zijn tegenwoordigheid en zijn dienstbaarheid werd de schrik van de mensen grotendeels verminderd. Was er te zorgen voor de bevoorrading of andere problemen, hij aarzelde niet om naar Brussel te reizen en alles in orde te brengen.

 

Vooraf had hij de wapens laten inleveren op het gemeentehuis. Meermalen deed hij op iedere straat afroepen en zelfs in iedere straat aanplakken om niet op de vijand te schieten tijdens zijn doortocht.

 

In de morgen van vrijdag 25 augustus 1914 kwamen de eerste soldaten Pepingen binnen. De Staf vestigde zich op de pastorie. De eerste woorden van generaal Schlusser van Maagdenburg wanneer hij binnenkwam op de pastorie waren: “Mijnheer pastoor, gij zijt met de burgemeester verantwoordelijk als er op onze soldaten geschoten wordt. Gij zult het ogenblikkelijk bekopen met de kogel.”

           

Uit het oorlogsverslag van pastoor Florentinus Rhynsbergen.(Rijksarch. Leuven)