TERNAT - Gedenkplaat voor Pol de Mont

C21

TERNAT - Gedenkplaat voor Pol de Mont

Dsc_0466_knip
 
Dsc_0469_knip
 
Dsc_0470_knip
 
Pol_de_mont_ophelia_afb_khnopff_knip
Pol de Mont was een overgangsfiguur die de Vlaamse poëzie uit het vaarwater van de romantiek heeft gehaald en het symbolisme en het impressionisme heeft geïntroduceerd, met bundels als Iris, 1894, met daarin een illustratie van Fernand Khnopff bij het gedicht 'Ophelia'.
 

Zondagvoormiddag werd aan het parochiehuis van Wambeek een gedenkplaat onthuld voor de Wambeekse schrijver en dichter Pol de Mont, met daarop een gedicht dat hij schreef op zijn vijfenzestigste. "Toevallig ook mijn leeftijd", vertelde Dirk Lindemans, voorzitter van het Pol de Montgenootschap, in zijn openingswoordje. Het geboortehuis van de schrijver bevindt zich een tweehonderd meter van de nieuwe gedenkplaat..

In 2012 werd er op erfgoeddag al een literaire wandeling georganiseerd. Zie voor het parcours hiervan  http://www.editiepajot.com/regios/19/articles/24975

Karel Maria Polydoor (Pol) de Mont werd geboren te Wambeek op 15 april 1857 en stirf te Berlijn op 29 juni 1931. Na zijn middelbare studies in het Frans te Ninove gevolgd te hebben, ging hij naar het Klein Seminarie in Mechelen. Hier was het dat hij zijn eerste gedichten schreef en in 1875 zijn eerste bundel Klimoprankske liet drukken. Twee jaar later ging hij rechten studeren aan de universiteit van Leuven. Samen met Albrecht Rodenbach stichtte hij hier Het Pennoen. In 1880 werd zijn, met de Vijfjaarlijkse Staatsprijs voor Vlaamse Letterkunde bekroonde, bundel Gedichten gepubliceerd.

Pol de Mont begon zijn carrière als leerkracht aan het atheneum in Antwerpen waar de latere schrijver Alfons de Ridder (Willem Elsschot) tot zijn leerlingen behoorde. In 1904 werd hij benoemd tot condervator van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen. Een jaar later was hij een van de stichters van het tijdschrift De Vlaamse Gids. In 1919 nam hij ontslag als conservator nadat hij in de pers beschuldigd was van activisme. Hij werd hoofdredacteur van de Vlaamsgezinde krant De Schelde. Enkele van zijn medewerkers daar waren Paul van Ostaijen en Alice Nahon.

In 1922 verschijnt onverwacht een late verzenbundel: Zomervlammen. Het is een uitbarsting van levensdrift, “niet meer smachtend-week als in Claribella of uitgelaten-blijmoedig als in Lentesotternijen, maar zinnelijk verschroeiend , fors en mannelijk en onbedwingbaar”.

Gelijk een bloem ontluikt, ontloken al mijn zinnen !
Ik zag weer, hoorde, smaakte, rook en voelde ! Minnen
zou ik opnieuw, nog eens !.. God nam, maar zie – Hij gaf !
En ik ontsteeg mijn smart als Lazarus zijn graf.
‘k Ben jong ! Weer ben ik jong ! ‘k Heb hoop en liefde weer…
 

Het laatste gedicht van deze bundel is "Mijn gebed", het gedicht dat afgedrukt werd op de nieuwe gedenkplaat in Wambeek.

In de jaren nadien ondernam hij vele tochten doorheen Europa. Noord-Duitsland en Noord-Nederland in 1924. Zuid-Duitsland en Tirol in 1925. In 1926 reist hij naar Oostenrijk. 1927 naar Italië. In 1928 bezoekt hij de kastelen van de Loire, Lourdes, de Pyreneeën. Bourgondië leert hij kennen in 1929, Schotland en Ierland (1930) en Noord-Spanje en Mallorca (1931)

Eind Juni 1931 wil hij vooral de musea te Berlijn nog eens bezoeken. Hij wordt er ernstig ziek. De dokters stellen een zweer vast aan maag of ingewanden en op 29 juni 1931 overlijdt hij in het Elisabethkrankenhaus te Berlijn.De Mont wordt verast in het crematorium te Wilmersdorf en zijn as wordt begraven op het Schoonselhof te Antwerpen.

De vrijzinnige Pol de Mont introduceerde het symbolisme, het impressionisme en de zinnelijkheid in de Vlaamse poëzie. Hij wierp zich op als bemiddelaar tussen de vooruitstrevende artistieke en literaire bewegingen in het buitenland en die in Vlaanderen en verdedigde het individualisme in de kunst en het principe van de kunst om de kunst. Een grondige vernieuwing wist hij echter niet tot stand te brengen.

Verder was De Mont een begenadigd spreker, een belangrijk criticus en een groot pionier van de volkskunde in Vlaanderen.

Een lied van zijn hand (getoonzet door Jos de Klerk) werd opgenomen in de populaire liedbundel Kun je nog zingen, zing dan mee. De eerste regels luiden: 'Gaan wandelen dat staat ons aan'. Ook van zijn hand is de tekst van "De vier Weverkens", dat ook vertolkt werd op de receptie na de onthulling.

Delen op FacebookDelen op TwitterDelen op GoogleDelen op DeliciousDelen op DiggDelen op StumbleuponEmail ditMeer...
 
08 nov 2015
Guido Van Cauwelaert
Guido Van Cauwelaert
 
 
 
Terug
 

Meer Nieuws

Guido van Cauwelaert | 26 apr 2024
Guido van Cauwelaert | 24 apr 2024
Guido van Cauwelaert | 22 apr 2024
Commerciële partners, advertenties en vacatures
Guido van Cauwelaert | 22 apr 2024
Guido van Cauwelaert | 21 apr 2024
Guido van Cauwelaert | 20 apr 2024
Guido van Cauwelaert | 14 apr 2024
Guido van Cauwelaert | 14 apr 2024
Guido van Cauwelaert | 12 apr 2024
Guido van Cauwelaert | 10 apr 2024
Guido van Cauwelaert | 07 apr 2024

archief