Europese privacywetgeving ontoereikend stelt Mark Demesmaeker uit HALLE
Het Europees Parlement debatteerde vandaag over "PRISM", het controversiële softwareprogramma waarmee het Amerikaanse inlichtingenagentschap NSA (National Security Agency) eenzijdig internationaal telefoon- en internetverkeer afschuimt in de strijd tegen terrorisme. Europees parlementslid Mark Demesmaeker (N-VA) is duidelijk: "Deze onverkwikkelijke zaak toont één ding aan: de Europese wetgeving kent op dit moment te veel gaten die dringend dichtgespijkerd moeten worden."
Obama: onveranderd beleid?
Tijdens het debat weerklonk van alle fracties kritiek wegens het geheim karakter van de operatie waarmee de NSA de gebruikers van internetdiensten - aangeboden door bedrijven als Microsoft, Yahoo, Google, Facebook, YouTube, Skype, en Apple - kan schaduwen. Het gaat hierbij dan over het gebruik van email, chatfuncties, "voice-over-IP" (Skype), het online delen van bestanden (video's, foto's), en dergelijke meer.
Demesmaeker: "Op basis van Amerikaanse wetgeving* werd het bestaan van het programma al langer vermoed, maar het is natuurlijk wel een beetje merkwaardig dat Europa over het daadwerkelijk bestaan ervan in het ongewisse werd gelaten door een traditionele bondgenoot. Dit is des te meer zo, omdat president Obama een ommekeer ten aanzien van het Bush-tijdperk beloofde, in het bijzonder op het vlak van respect voor het recht. De beloofde sluiting van Guantanamo is echter nog steeds geen werkelijkheid. De acties met de zgn. drones, waarbij regelmatig burgerslachtoffers vallen, roepen vele vragen m.b.t. mensenrechten op. En nu blijkt er grootschalige digitale spionage bezig te zijn die in de intieme levenssfeer van alle Europese burgers binnendringt. Voor een president die prat wilde gaan op het herstellen van het multilateralisme in de wereld, is het toch een smet op het blazoen."
Europese wetgeving over gegevensbescherming
De berichten over PRISM vallen midden in de loop van onderhandelingen over nieuwe algemene Europese wetgeving over gegevensbescherming**. Het oorspronkelijk voorstel voor die wetgeving uit november 2011, dat voorzag in dwingende voorwaarden bij de openbaarmaking van Europese gebruikersgegevens aan autoriteiten in derde landen, zoals een voorafgaande machtiging van een Europese gegevensbeschermingsautoriteit, werd in de procedure ondertussen danig afgezwakt, onder grote druk van de Amerikaanse regering en het gelobby van Amerikaanse internetaanbieders zoals Amazon.
"Uiteraard moeten de Europese autoriteiten nu om opheldering vragen bij de Amerikaanse tegenhangers. Maar wij moeten, als Europa, ook lessen trekken uit deze saga. Het vertrouwen in de Amerikaanse online dienstenaanbieders is, na de onthulling van PRISM, tot een dieptepunt gezonken. Dit kan dienen als een concurrentievoordeel voor het Europese bedrijfsleven, met name voor zgn. cloud-diensten, maar ook andere diensten, zoals zoekmachines of sociale mediaplatformen. Daarom moet de lopende hervorming van de Europese wetgeving streven naar de hoogst mogelijke normen van bescherming. Desnoods moet het Europees Parlement de hervorming afwijzen bij gebrek aan harde garanties ter bescherming van de grondrechten van de EU-burgers, net zoals het halfrond dat al eerder heeft gedaan in het SWIFT-dossier (uitwisseling van bankdata tussen de EU en de VS, februari 2010) en bij de onderhandelingen met de VS over de uitwisseling van passagiersgegevens van vliegtuigmaatschappijen (mei 2010). Europese bedrijven, die helaas vaak zijn meegesleurd in het lobbyen voor zwakkere voorschriften door hun Amerikaanse tegenhangers, moeten meer hun eigen rol op de wereldmarkt gaan verdedigen. Een verzwakking van de gegevensbeschermingsregels in Europa zal immers alleen tot voordeel strekken van die bedrijven die onder de ontoereikende regels in de Verenigde Staten of elders werken", besluit Demesmaeker.
