Wereldburgers en fiere Pajotten van weleer

C21

Wereldburgers en fiere Pajotten van weleer

Dirk-3
Dirk Lindemans, voorzitter van het Pol de Montgenootschap én De Gronckelkenner.

Wie ‘Pajottenland’ googelt, komt al snel te weten dat het de Lennikse advocaat Franciscus-Josephus De Gronckel (1816-1871) was die deze naam bedacht in 1848. En ook dat Wambekenaar Pol de Mont (1857-1931) zijn liefde voor zijn geboortestreek poëtisch verwoorde in ‘Aan mijn Payottenland’. Maar wie waren deze mannen die onze streek letterlijk op de kaart zetten? PenZine sprak met Dirk Lindemans, voorzitter van het Pol de Montgenootschap én De Gronckelkenner.

 

Zelfs de ontstaansgeschiedenis van de naam ‘Pajottenland’ spreekt tot de verbeelding. Onder het pseudoniem Franciscus Josephus Twyfelloos gebruikte De Gronckel voor het eerst de term om het gebied rondom Gaasbeek te duiden. Hij deed dit in een romantisch en ludiek geschrift, getiteld 't Payottenland gelyk het van oudtyds gestaen en gelegen is. .

De tekst verscheen bovendien in de fictiekatern van de krant Den Vaderlander en moest vooral het roemrijke in de verf zetten om zo het nodige tegengewicht te bieden voor het beter gekende noord- en oost-Brabant en de oprukkende Brusselse grootstad, een grote bezorgdheid van De Gronckel. Historisch correct is deze weergave van het Pajottenland dus niet, maar dit was ook niet de bedoeling van de auteur. Hoe dan ook ... vandaag staat De Gronckel gekend als de ‘uitvinder’ van het Pajottenland.

 

De Gronckel wordt vandaag vooral nog in het Lennikse herinnerd. Kan je iets meer vertellen over deze bijzondere figuur?

De Gronckel was in de eerste plaats een advocaat aan de toen nog Franstalige balie in Brussel, politicus en schrijver. Hij voerde zowel mondeling als met zijn pen bevlogen betogen waarin hij zich uitte als een vrijdenkend liberaal en tegelijk erg begaan met het behoud van het unieke karakter van zijn geboortestreek. Zo kwam hij onder meer op voor de Lennikse boeren, verzette hij zich tegen de tolheffingen bij het binnenkomen van Brussel en tegen de uitbreiding van de hoofdstad richting West-Brabant. Het was als reactie hierop dat hij oorspronkelijk ook de tekst ’t Payottenland schreef. Niettegenstaande hij lid was van de Franstalige elite kende hij wel degelijk het Nederlands. Het ‘t Payottenland is dan ook echt eerst in het Nederlands geschreven – dat kan je niet vertalen - en ook wanneer hij in het Frans schreef, maakte hij er een punt van om steeds de oorspronkelijke naam in het Vlaams te vermelden. Zo schreef hij als hij het had over een Rue des Pierres bijvoorbeeld ook altijd Steenstraat’. Een mooi bewijs van zijn Vlaams-Pajotse focus zie je in een brief van een van zijn vrienden. Daarin zal je lezen dat, hoewel de brief in het Frans is opgesteld, de slotformule in het Nederlands is met verwijzing naar de troetelnaam van De Gronckel: Susken, voor François. Kan het Vlaamser? Hij was ook echt fier, niet alleen op zijn streek, maar ook zelf was hij wat ijdel. Zo voerde hij zelfs drie zogenaamde ‘Smaad en eer’-processen tegen collegaconfraters omdat ze hem beledigd zouden hebben. Eentje ervan won hij ook. Wat die collegaconfrator dan zo verkeerd over De Gronckel zou gezegd hebben, weten we niet. De rechters van die tijd lieten namelijk niet alles noteren en hielden het bij verwoordingen zoals ‘Indien het waar zou zijn, dan zou de eer inderdaad geschaad zijn’. Feit is wel dat De Gronckel erin ieder geval niet mee opgezet was.

 

Naast De Gronckel, is ook de figuur van Pol de Mont erg verbonden met het Pajottenland.

Inderdaad. Treffend is bovendien dat beiden - hoewel ze erg verknocht waren aan hun geboortestreek – ook een heel wereldbrede blik hadden. Ze waren beiden erg liberaal in hun denken en tegelijk erg sociaal. Zo was het bijvoorbeeld Pol De Mont die voor het eerst ijverde voor algemeen stemrecht. Toch wel revolutionair voor die tijd. Het waren twee ruimdenkende intellectuele mannen die best wel hun stempel gedrukt hebben op de Vlaamse cultuur. Pol de Mont heeft immers heel wat betekend voor de Vlaamse literatuur en hij was ook in de artistieke wereld zeker geen onbekende.  Zo was hij conservator van het museum voor Schone Kunsten in Antwerpen, maakte hij een van de eerste wetenschappelijk onderbouwde studies over Bruegel en voerde hij -  onder meer met zijn vraag om naaktschilderen terug te beoefenen - een pleidooi voor een vernieuwing in het landschapsschilderen (). Hij was bevriend met grote namen zoals Fernand Khnopff, één van de vooraanstaande leden van Les Vingts. Die laatste maakte zelfs illustraties voor de publicaties van de Mont. Alhoewel De Gronckel en de Mont vandaag vooral nog gekend zijn – zij het jammer genoeg veel te weinig - in het Pajottenland, mag je ze beiden zeker niet hiertoe reduceren. Zowel Pol de Mont als De Gronckel waren ruimdenkende figuren met een invloed en belang die tot ver buiten de regio reikte.

 

Lees het volledige artikel en nog meer interessante artikels over cultuur, toerisme, streekidentiteit, natuur en landschap of erfgoed in het gratis regiomagazine PenZine. Haal een gratis exemplaar in één van de 450 verdeelpunten in de hele regio of lees het online op www.pajot-zenne.be. 

 

 

Delen op FacebookDelen op TwitterDelen op GoogleDelen op DeliciousDelen op DiggDelen op StumbleuponEmail ditMeer...
 
17 nov 2021
PenZine
 
 
 
Terug
 

Meer Nieuws

| 24 apr 2024
Marc Sluys | 22 apr 2024
Marc Sluys | 19 apr 2024
Commerciële partners, advertenties en vacatures
Marc Sluys | 14 apr 2024
Marc Sluys | 11 apr 2024
Marc Sluys | 11 apr 2024

archief