Colruyt HALLE: Geen reclame voor tabaksproducten bij jeugdbewegingen

De prijskortingen die supermarktketens Colruyt, Aldi en Makro geven op tabaksproducten, zijn in strijd met de Belgische wet op de tabaksreclame. Zo vertelt de federale overheidsdienst Volksgezondheid. Volgens Paul Van den Meerssche, hoofd van de controledienst van de FOD Volksgezondheid verbiedt de wetgeving ook technieken die de verkoop bevorderen. Het parket van Brussel vervolgt warenhuisketen Colruyt voor de correctionele rechtbank.
Colruyt ontkent ten stelligste dat ze reclame voor tabaksproducten zou hebben gemaakt. De winkelketen blijft bij zijn standpunt dat het tot hiertoe heeft ingenomen en dat het ook aan de rechtbank zal overmaken. Om dat standpunt duidelijk te maken, wenst Colruyt in alle transparantie een aantal feiten op een rij te zetten. Volgens Colruyt geeft het parket een verkeerde invulling aan het concept reclame. Gevolg geven aan de wettelijke verplichting om de prijs van een product duidelijk aan te geven in een winkel, kan volgens Colruyt onmogelijk worden beschouwd als reclame. Colruyt wacht met het volste vertrouwen de uitspraak van de rechtbank af.
In het verleden heeft Colruyt aan jeugdbewegingen een korting van 3% gegeven op de totaliteit van hun aankopen voor hun zomerkampen. Het ging hier telkens om een tijdelijke actie. Op vraag van de FOD Volksgezondheid heeft Colruyt beslist om tabaksproducten uit te sluiten van deze algemene korting. De laatste keer dat de korting ook berekend werd op tabaksproducten die aangekocht werden, was in de zomer van 2011. Sindsdien is dat niet meer mogelijk.
De beslissing om tabaksproducten uit te sluiten van de 3% korting, heeft Colruyt genomen uit ethische overwegingen, en betekent in geen geval dat Colruyt toegeeft dat zij reclame zou hebben gemaakt voor tabaksproducten bij jeugdbewegingen, wel integendeel. De 3% korting werd immers berekend op het totaalbedrag van de aankopen die de klant doet, ongeacht welke producten en welke hoeveelheden gekocht werden. Dus ook wanneer geen tabaksproducten werden aangekocht. Tabaksproducten werden daarbij nooit gepromoot. Colruyt heeft deze beslissing destijds meegedeeld aan de FOD Volksgezondheid, en de FOD is daarmee ook akkoord gegaan. Colruyt is dan ook verbaasd dat zij op vraag van de FOD Volksgezondheid gedagvaard wordt door het parket en zich hierover voor de rechtbank dient te verantwoorden.
Warenhuizen zijn wettelijk verplicht om de verkoopprijs van een product, ook van tabaksproducten, schriftelijk, ondubbelzinnig, leesbaar en goed zichtbaar aan te geven in de winkelrayons. Een prijs aanduiden voor een product is niet hetzelfde als reclame maken voor dat product. Het feit dat de prijs die gevraagd wordt, lager is dan de prijs die de fabrikant voor dat product heeft vastgesteld aan de hand van de fiscale zegel, verandert daar niets aan. Wat Colruyt doet, is niet meer of minder dan zich gedragen naar een wettelijke verplichting. Gevolg geven aan een wettelijke verplichting kan onmogelijk worden beschouwd als reclame.
Een lagere prijs toepassen dan de prijs die de tabaksfabrikant op de fiscale zegel van het tabaksproduct heeft gezet, is geen reclame. De Europese wetgeving laat niet toe dat warenhuizen verplicht worden de consumentenprijs toe te passen die de fabrikant heeft vastgesteld. Bovendien is een onderneming volkomen gerechtigd om verschillende prijzen aan te rekenen bij aankoop van verschillende hoeveelheden. In elk geval ziet Colruyt de afloop van het proces met vertrouwen tegemoet.