De stad Halle en de gemeente Beersel slaan de handen in elkaar en stellen samen een intergemeentelijk warmteplan op. Dat plan brengt in kaart welke gebieden potentieel hebben om collectieve warmtesystemen aan te leggen. Het warmteplan is een eerste stap in de richting van duurzaam en fossielvrij verwarmen. 
Gemiddeld driekwart van het energieverbruik van de Vlaamse gezinnen gaat naar warmte. 85% van die warmtevraag wordt vandaag nog ingevuld door fossiele brandstoffen. Die cijfers tonen aan dat de lokale duurzame warmtetransitie een dringende zaak is. Een verstandige manier om die transitie in gang te zetten is door een lokaal warmteplan op te maken. Zo’n lokaal warmteplan zet aan de hand van een visie, een warmtezoneringsplan en een concreet actieplan de krijtlijnen uit voor fossielvrij verwarmen en koelen. 
Intergemeentelijk plan
Halle en Beersel ondertekenden allebei het Burgemeestersconvenant 2030 en maken samen een intergemeentelijk klimaatactieplan (SECAP) op. Met de ondertekening van het Lokaal Energie- en Klimaatpact, engageerden ze zich om tegen 2030 een warmteplan op te maken. De twee gemeenten slaan de handen in elkaar en zullen een intergemeentelijk warmteplan opstellen. Zo worden de kansen over de gemeentegrenzen heen optimaal benut. Halle en Beersel krijgen daarbij ondersteuning van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). Zij zorgen voor begeleiding door experten en zullen het project ook co-financieren. Begin 2024 zou het warmteplan klaar moeten zijn.
Veelbelovende warmtenetscreening
Ondertussen werd al een oriënterende warmtenetscreening uitgevoerd in Halle. Dat is een snelle verkennende analyse van warmtevraag, warmteaanbod en mogelijke verbindingen tussen beide. De bedoeling is om snel en efficiënt kansrijke zones voor de aanleg van collectieve warmtesystemen te detecteren. Deze warmtenetscreening bevestigde de haalbaarheid van collectieve warmtesystemen in Halle.