TERNAT - Maak kennis met de toverlantaarn

We hebben heel wat experts wonen in onze regio. Zo ook Bart Moens uit Wambeek, expert op vlak van de toverlantaarn. Tijd voor PenZine om eens zijn licht op te steken bij deze expert. Een gesprekje ...
Dag Bart. Eerst en vooral, wat is een toverlantaarn juist?
De toverlantaarn is een projectieapparaat waarvan de twee belangrijkste onderdelen een lichtbron en een projectielens zijn. Met dit toestel werden er in een donkere ruimte doorzichtige afbeeldingen geprojecteerd. Deze afbeeldingen stonden op glazen lantaarnplaatjes. Het is in feite de voorloper van de diaprojector of de beamer, voor de jongeren onder ons die de diaprojector niet meer kennen. Het principe is eigenlijk het omgekeerde van de camera obscura. Als je het plaatje erin steekt, moet je dat omgekeerd erin steken want de lens draait het beeld om.
En hoe werden de plaatjes gemaakt?
De afbeeldingen op de plaatjes werden in het begin met de hand geschilderd. Dit werd door echte kunstenaars gedaan, waardoor het eindresultaat kwaliteitsvol was. Nadien, met de opkomst van de fotografie, werden foto’s afgedrukt op glasplaten om deze te projecteren. Het bedrukken van glasplaatjes speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van het medium omdat zo tal van onderwerpen konden worden getoond. Zo’n plaatje bestaat ook uit twee lagen glas: een glaasje met de afbeelding en een beschermglaasje. Op die manier blijven de afbeeldingen, als ze goed bewaard worden, van goede kwaliteit.
Was de toverlantaarn populair bij de mensen?
Ja zeker. De toverlantaarn is uitgevonden in het midden van de 17de eeuw. Het toestel werd in het begin bekeken als een curiositeit en werd vooral gebruikt om de hogere kringen te vermaken. Laterna magica, de toverlantaarn, werd de naam omdat die kleurrijke beelden in de donkere ruimte als magisch werden ervaren door de toeschouwers die de werking van het apparaat niet begrepen. In de loop van de 18de eeuw werd de toverlantaarn meer naar het grote publiek gebracht door rondreizende lanternisten. Deze gingen dan met de lantaarn en glasplaten op de rug van dorp naar dorp en van kermis naar kermis om de lokale bevolking verhalen te vertellen. Dit gebeurde vaak onder begeleiding van muziek zodat het een echte show werd.
En er was een snelle evolutie ...
In de 19de eeuw werden, door de industrialisering, de toverlantaarns meer op grotere schaal geproduceerd. De kleinere modellen werden als kinderspeelgoed gebruikt en werden vaak als cadeau voor de kerstdagen gegeven in de meer gegoede kringen. Tijdens de winter was het namelijk sneller donker en was zo’n toverlantaarn extra sfeervol. Daar werden dan ook teksten bij verkocht die het verhaal bij de plaatjes vertelden. Dit waren vaak sprookjes of verhalen over dieren.
Werden deze toverlantaarns werden ook gebruikt voor andere zaken dan ontspanning?
Ja hoor. Je had ook de grotere exemplaren die met meer ontwikkelde lenzen en lichtbronnen gemaakt werden. Deze noemen we dan optische lantaarns. De mensen hadden deze niet thuis staan, maar ze waren vooral in handen van scholen, de kerk of bijvoorbeeld politieke partijen. Hiermee werden dan lezingen gegeven voor groot publiek. Deze optische lantaarn is eigenlijk het eerste visuele massamedium omdat het grote groepen mensen samenbracht voor een scherm. Daarop werden dan bijvoorbeeld beelden van verre landen getoond. Dit was heel wat want de mensen gingen toen nog niet vaak op vakantie. Daarnaast werden deze lantaarns ook gebruikt voor Bijvoorbeeld propaganda tijdens de Eerste Wereldoorlog, maar evengoed voor anti-alcoholcampagnes.
Wat valt je het meest op in die oude verhalen?
Ik focus mij in mijn onderzoek op verhalen met melodramatische elementen. Die vinden we vaak terug. Zo heb je bijvoorbeeld het verhaal van een drinkende man die zijn gezin meetrekt in de miserie om de bevolking te wijzen op de gevaren van alcohol. Alle emoties worden sterk uitvergroot. Verhalen hebben vaak een morele ondertoon en vertellen dus heel wat over hoe emoties in die tijd beleefd werden. Je ziet dat melodramatische trouwens ook terug in religieuze propaganda door de kerk. Daar heb je vooral kinderverhalen die dan tijdens catecheselessen werden getoond met de toverlantaarn. Zo is er bijvoorbeeld het verhaal van een blind meisje dat in een arm gezin opgroeit. Op kerstavond komt er een arme vrouw met haar zoon aankloppen. Ondanks dat het gezin zelf niet veel heeft, geven ze de vrouw en zoon toch onderdak. De dag nadien staat het meisje op en kan ze weer zien! Een echt kerstwonder omdat haar ouders een goede daad deden.
Hoe kwam de toverlantaarn aan zijn einde?
Met de opkomst van de cinema aan het begin van de twintigste eeuw, raakt de toverlantaarn als bron van vermaak op de achtergrond. In de loop van de 20ste eeuw wordt de optische lantaarn wel nog in het onderwijs gebruikt, zo ongeveer tot de tweede Wereldoorlog. Nadien, met de opkomst van diaprojector, verdwijnt deze volledig.
Tot slot, hoe word je eigenlijk onderzoeker van de toverlantaarn?
Ik ben kunsthistoricus en specialiseerde me in de visuele cultuur van de negentiende eeuw. Momenteel ben ik doctoraatsonderzoeker aan de ULB binnen een groot onderzoeksproject. Samen met verschillende universiteiten uit Vlaanderen, Wallonië en Nederland onderzoeken we de culturele impact van de toverlantaarn als een visueel massamedium. Voor mij is het interessante aan de toverlantaarn dat daar waar kunst toch een elitaire kant heeft, de toverlantaarn te midden van het dagelijkse leven stond. Op die manier kan ik de populaire beeldcultuur onderzoeken.
In PenZine leren we kinderen echte lanternisten te worden me een eigen verhalenlantaarntje. Nog meer boeiende artikels lees je in PenZine, dat vanaf nu te vinden is in meer dan 450 verdeelpunten in de regio. De verdeelpunten vind je op www.pajot-zenne.be.